Ermelo-Putten

Als vrijwilliger van Natuurmonumenten kreeg ik de vraag of ik belangstelling had om een snoeicursus hoogstamfruit te volgen. Omdat er op het landgoed Oldenaller, waar ik iedere 14 dagen werk, een boomgaard is , leek mij dat een uitstekend idee. In de toekomst zouden we dan “onze eigen fruitbomen” kunnen snoeien.

De cursus werd georganiseerd door de Vereniging Groei en Bloei afdeling Ermelo-Putten en zou bestaan uit een theorie – en een praktijkgedeelte. Samen met een aantal medevrijwilligers heb ik mij aangemeld.  Op 12 november 2009 om 19.30 uur kwamen we, met in totaal 17 mannen en vrouwen, bijeen in het Natuur- en MilieuEducatief Centrum Ermelo. Het was dus behoorlijk volle bak. Na een inleiding door iemand van Groei en Bloei nam cursusleider Harry Toorman het over. Harry houdt zich al 9 jaar bezig met alles wat te maken heeft met hoogstamfruit.

Allereerst kregen we een stuk geschiedenis over de ontwikkeling van fruitbomen. In de 16e eeuw verschenen her en der kleine boomgaardjes. De bomen, met een stamhoogte van 2 meter, werden aangeplant in gras zodat er ook beweiding kon plaatsvinden. De boeren hadden er niet veel werk mee en het zorgde voor wat extra inkomsten. Daarna verschenen er bij kloosters veel boomgaarden. De monniken hielden zich al intensiever bezig met de fruitbomen. Zij snoeiden intensief en ontwikkelden al wat lagere soorten. Toen de welvaart en de bevolking toenam, kwam het besef dat fruit lekker en gezond was. Daardoor nam de vraag toe. Men ontwikkelde lage soorten met een grote opbrengst. Er kwamen grote, professionele bedrijven. Nieuwe rassen werden ontwikkeld en de oude boomgaarden werden vaak verwaarloosd omdat het teveel geld en tijd kostte. Er werden veel boomgaarden gerooid met als gevolg dat er veel oude appel- en perensoorten zijn verdwenen. De laatste tijd worden er gelukkig weer oude boomgaarden in ere hersteld.

Na dit stuk geschiedenis, legt Harry ons uit hoe de opbouw van een boom is en hoe een boom zich ontwikkelt. Hij vertelt dat de bast van een boom heel belangrijk is en dat je die niet moet beschadigen. De grond onder de boom, de boomspiegel, noemt hij “heilige” grond.

Een fruitboom bestaat altijd uit een onderstam en een ent. Wanneer onderstam en de ent niet combineren, kan er een tussenstam (= extra ent) toegevoegd worden. De entplaats mag nooit onder de grond zitten.

Waarom snoeien?

  • Je wilt mooi fruit van goede kwaliteit; geen klein, groen fruit.
  • Je wilt een goed evenwicht krijgen tussen vruchtbaarheid en groeikracht.
  • De kroon van de boom moet open blijven, zodat er licht in de boom komt. Het zonlicht is goed voor de groei van het fruit.
  • Door te snoeien kun je de vorm van de boom beïnvloeden. Er zijn verschillende vormen waarin je kunt snoeien (snoer, spil, struik)

Na deze enorme berg informatie was er een pauze om alles even te laten bezinken en te genieten van een lekkere bak koffie.

Na de pauze laat Harry ons de verschillende snoeigereedschappen zien en hij vertelt ons hoe en waarvoor we ze kunnen gebruiken. Met een aantal meegebrachte takken demonstreert Harry op welke manier je hoogstamfruit moet snoeien. We leren wat gesteltakken zijn, hoe je de verschillende knoppen kunt herkennen, dat je altijd moet snoeien bij een oog naar buiten en, heel belangrijk, dat je keuzes moet maken.

Om 21.30 sluit Harry dit theoretische gedeelte af.

Het praktische deel van deze themales.

Het praktische gedeelte van de cursus volgt een paar dagen later in de boomgaard van landgoed Oldenaller. Op zaterdagmorgen verzamelen we bij de werkschuur van Natuurmonumenten. Natuurlijk beginnen we met een kop koffie. Met een kar, volgeladen met ladders en snoeigereedschappen gaan we vervolgens richting boomgaard. Harry is helemaal enthousiast omdat in de boomgaard zowel  jonge, middeloude, alsook hele oude fruitbomen staan. Er valt voor hem dus veel te vertellen.
Samen bekijken we een aantal bomen.

Hij laat ons het verschil zien tussen de verschillende soorten fruitbomen. Legt de structuur van de boom uit en vraagt op welke manier we de boom zouden snoeien. Er zijn verschillende mogelijkheden en Harry legt de voor- en nadelen uit van elke mogelijkheid. Nadat we alleen maar hebben gekeken, gaan we nu zelf aan de slag. We maken groepjes en elk groepje kiest een boom uit die gesnoeid moet worden. We kijken eerst heel goed naar “onze” boom en overleggen hoe we het best te werk kunnen gaan. We maken keuzes over welke takken we snoeien en welke we laten staan. Harry loopt rond en we kunnen hem om advies vragen. Hij beantwoordt al onze vragen. Als we een beslissing hebben genomen gaan we aan het werk.

Omdat er aan bepaalde bomen al een tijd niets is gedaan, wordt er rigoureus ingegrepen. We klimmen op ladders, zagen en knippen. Na verloop van tijd ligt de grond bezaaid met grote en heel grote takken. Iedereen is intensief bezig en de regen die inmiddels valt, maakt ons niet uit. De tijd vliegt voorbij.

Na een paar uur goed doorwerken, zien een aantal fruitbomen er heel anders uit. We bekijken elkaars werk en leggen uit waarom we bepaalde keuzes hebben gemaakt. Harry geeft aanvullende adviezen. Voor we het weten is het 12 uur. We zijn nog lang niet klaar maar het begin is er. We verzamelen alle snoeimaterialen  en gaan heel tevreden terug naar huis.

Voor iedereen die fruitbomen in de tuin heeft of met fruitbomen in aanraking komt, is deze cursus een aanrader.
Harry is een super enthousiaste cursusleider die heel veel verstand heeft van alles wat met hoogstamfruitbomen te maken heeft. Hij verduidelijkt zijn verhaal met veel voorbeelden en materialen. Het grote voordeel van de cursus is dat je niet alleen theoretische kennis krijgt maar dat je die kennis meteen kunt toepassen. Je leert het snoeien het best wanneer je het ook daadwerkelijk doet. Een boomgaard zoals op de “Oldenaller” is natuurlijk ideaal om te oefenen. Ik heb veel van deze cursus geleerd maar het echte leren komt door het veel te doen en dat ben ik zeker van plan.
 

Wilma Kruger,
Vrijwilligster Natuurmonumenten Landgoed Oldenaller